dinsdag 20 november 2012

Derivaten in het onderwijs: wat ging er fout?

Sinds de publicaties over organisaties die in de problemen komen door het gebruik van derivaten, wordt mij steeds vaker gevraagd hoe dat nou precies zit. Uiteraard ben ik geen expertvan dergelijke financiële producten. Wellicht helpt dat echter, om de uitleg eenvoudig te houden. In deze blogpost daarom een eenvoudig (fictief) voorbeeld van hoe de inzet van derivaten, in dit geval een 'renteswap', goed bedoeld kan zijn, maar uiteindelijk helemaal mis kan lopen....

Op 20 november 2012 presenteerde de onderwijsinspectie haar rapport over onderzoek naar derivaten bij onderwijsinstellingen (http://bit.ly/TXZWft).


Eenvoudig voorbeeld
Een organisatie sluit een langlopende lening (€ 10 miljoen, looptijd 30 jaar) af bij een bank en wenst dit te doen tegen zo laag mogelijke kosten. Daarom wordt besloten om een variabele rente met de bank af te spreken, dit is goedkoper dan de rente voor langere tijd vast te leggen. De organisatie betaalt de komende 30 jaar dus de rente die op dat moment geldt. De organisatie brengt activa in als onderpand voor de lening.

Echter, aan de lening is een belangrijk risico verbonden. De rente kan immers sterk oplopen. In het verleden is de rente wel eens boven de 10 procent uit gekomen. De organisatie kan zich dat risico niet permitteren. De rentekosten worden daarmee zo hoog dat de liquiditeit en solvabiliteit in gevaar komen. De continuïteit kan dan niet meer worden gegarandeerd, een onacceptabel risico. Het renterisico dient dus afgedekt te worden.

Renteswap
De organisatie wordt door de bank geadviseerd een 'renteswap' te gebruiken om het renterisico af te dekken. De variabele rente wordt geswapt, ofwel omgewisseld, tegen een vaste rente van, laten we zeggen 5 procent. Om dit mogelijk te maken wordt afgesproken dat indien de rente boven de 5 procent uit komt, de bank het verschil betaalt. Als de rente onder de 5 procent komt, betaalt de organisatie het verschil aan de bank. Daarmee is de organisatie zeker dat ze de komende jaren 5 procent rente betaalt. De organisatie betaalt voor de renteswap een commissie aan de bank.

Op het eerste gezicht is dit een verstandige keuze. De organisatie probeert haar risico's af te dekken. Er is geen sprake van speculatie.

Kleine lettertjes
Echter, de kleine lettertjes gooien roet in het eten, de organisatie gaat onbewust namelijk een enorm liquiditeitsrisico aan. In de kleine lettertjes staat namelijk dat als de rente sterk daalt en onder een bepaalde grens komt, de bank het recht heeft op een zogenaamde 'margin call'. De bank kan hiermee eisen dat de organisatie extra onderpand verschaft, bijvoorbeeld in de vorm van contanten. Dit onderpand dient het risico van de bank ten aanzien van de toekomstige betalingen af te dekken. Waarom doet een bank dit?

Als de rente sterk daalt, laten we zeggen naar 1,5 procent, ontstaat er een verplichting om per jaar 3,5 procent rente aan de bank te betalen. Dit is het verschil tussen de afgesproken rente van 5 procent en de actuele rente van 1,5 procent. Daarmee ontstaat in theorie dus een enorme verplichting aan de bank. Als de rente zo laag blijft, moet er in ons voorbeeld in het eerste jaar 350 duizend euro aan de bank betaald worden en moet het renteverschil bovendien over het openstaande bedrag 30 jaar lang aan de bank betaald worden. De potentiële verplichting aan de bank is daarmee enorm. De bank wil het risico dat de organisatie  niet kan voldoen aan haar verplichtingen, graag afgedekt zien.

De organisatie wordt, in ons voorbeeld op basis van de 'margin call', door de bank gedwongen om miljoenen aan contanten bij de bank als onderpand aan te houden. Niet niet iedere organisatie beschikt over dergelijke onderpanden of kasoverschotten. Daarmee ontstaat een acuut liquiditeitsprobleem. En dat terwijl er nog helemaal geen 'echt' probleem is.
 
Dergelijke risico's aan een eenvoudig derivaat als dit, zijn niet bij iedereen bekend of worden onderschat. Zo dacht men in het verleden ook nog wel eens dat de rente niet zo sterk zou dalen.

Geen speculatie, toch groot risico
Dit is een zeer eenvoudig voorbeeld van hoe een goed bedoelde oplossing, verkeerd uit kan pakken. Er zijn nog veel ingewikkelder constructies te bedenken waarvan de risico's nog lastiger te doorgronden zijn. Ook bij herfinanciering kunnen aanvullende eisen stellen op grond van de negatieve waarde van derivaten.

Het is natuurlijk de taak van uw bank om u hierover goed te informeren. Het verleden heeft echter uitgewezen dat dit niet overal gebeurde en dat banken graag derivaten verkochten om commissie op te strijken. Dat organisaties daarmee werden blootgesteld aan zeer grote risico's, was op dat moment kennelijk niet zo belangrijk als geld verdienen....

Derivaten kunnen toegevoegde waarde hebben voor een organisatie. Je moet als organisatie je wel beseffen dat je je niet moet laten adviseren door de bank die het financieel product verkoopt. Dat is aan je kapper vragen of je haar aan een knipbeurt toe is. Het lijkt verstandig een onafhankelijk adviseur in te schakelen, een adviseur die dus niet betaald wordt uit de commissies van de bank. Wellicht is het nog verstandiger om geen producten aan te schaffen waarvan je zelf niet kunt uitleggen hoe deze producten in elkaar steken. Want als je als bestuurder niet weet hoe zo'n product werkt, kun je dan wel alle risico's overzien?

Geen opmerkingen: