vrijdag 1 november 2013

Goed onderwijs in Amsterdam..

De wethouder Onderwijs in Amsterdam presenteerde vandaag het Praktijkboek Basisonderwijs Amsterdam. Aanstaande maandag woont dezelfde wethouder het debat in De Balie bij: Is het Nederlandse onderwijs klaar voor de toekomst?

Ik verwacht (hoop op) vuurwerk in het debat. 

Om dit te illustreren een klein citaat uit het praktijkboek:

'Juf Julia bekijkt de doelen van de les nog eens en gaat na welke kinderen ze mee wil laten doen in de verlengde instructie. Vorige week heeft ze, aan de hand van de lesdoelen die deze week aan de orde zijn, haar logboek nagelopen. Ze gaat na welke kinderen toen moeite hadden met bepaalde onderwerpen en deze week extra ondersteuning van haar nodig hebben. In het groepsplan kijkt ze nog even na wat ook alweer de specifieke onderwijsbehoeften van deze leerlingen zijn. Hoe kan ze de instructie voor deze leerlingen het beste vormgeven? Welke materialen kunnen ondersteuning bieden? Welke handreikingen biedt de methode?  [...] Vervolgens laat ze haar gedachten gaan over de activerende aspecten van de komende les. Uit de feedback die ze regelmatig krijgt, weet juf Julia dat dit niet haar sterkste kant is. Soms is haar behoefte om iets duidelijk aan haar leerlingen uit te leggen zo groot, dat ze voornamelijk zelf aan het woord is. In de afgelopen jaren heeft juf Julia veel geoefend
met kinderen hardop te laten denken en strategieën te laten verwoorden.'  

Juf Julia is een fictieve leerkracht uit groep 5. Ik ben vader van een dochter van 8 uit groep 5 en als ouder zou ik me grote zorgen gaan maken met een leerkracht die in een dergelijk systeem geperst is en er ook nog eens aan toegeeft. Een juf die een logboek moet nalopen om te bepalen welke leerlingen extra ondersteuning nodig hebben? Een groepsplan nodig heeft om de onderwijsbehoeften van een leerling te bepalen en om uit te vinden welke materialen ze kan gebruiken voor ondersteuning?

Ik ben erg benieuwd naar de reactie van de professionals uit het onderwijs. De reactie van mijn 'juf' (....) was in ieder geval overduidelijk.....

Ik kijk uit naar maandag....

zaterdag 12 oktober 2013

Leraren zijn van doorslaggevende betekenis in het leven van kinderen

Deze week heb ik acht (!) scholen van OVO Zaanstad bezocht. In één dag werd me weer duidelijk wat ik al langer wist: Er wordt iedere dag zó hard gewerkt aan de ontwikkeling van kinderen en jong volwassenen! Alle critici van het onderwijs zouden eens een dagje moeten meelopen, dan wordt al snel duidelijk dat dit geen gewone baan is. Als je niet heel erg gemotiveerd bent, dan heb je in het primair en voortgezet onderwijs helemaal niets te zoeken. Dit is geen baan waar je de kantjes er vanaf kunt lopen.

Moest gelijk ook weer denken aan die ene docent die zo'n belangrijke invloed heeft gehad op mijn toekomst. Die ene docent die me precies wist te raken als 17-jarige drop-out of voortijdig schoolverlater avant la lettre. Ik was als puber immers al lang op weg naar een betaalde baan, had nog geen diploma maar was het onderwijs helemaal zat. Gelukkig wist die ene docent me te interesseren voor iets dat goed bij me paste.

We schrijven het jaar 1983. De automatisering bestond toen grotendeels nog uit mainframes, grote computers die alleen door bedrijven betaald konden worden. PC's waren er eigenlijk nog maar een paar jaar. IBM had zijn eerste Personal Computers nog maar net geïntroduceerd. Op de MEAO, waar ik na mijn rampjaren op het Atheneum was beland, werden de eerste PC's geïnstalleerd. Nog zonder harde schijf, met grote floppy disks met wel 180Kb opslag capaciteit (Single Sided, Single Density). NB: een USB stick van 1GB staat voor bijna 6.000 van deze floppy disks.

Mijn docent leerde me programmeren en gaf me de opdracht om de examenadministratie te automatiseren. Dat had hij goed gezien, ik kreeg ineens weer plezier in school. Gewoon omdat ik uitgedaagd werd. Mijn eindlijst van de MEAO was dan ook boven mijn eigen verwachting. Hoge cijfers met zelfs een 9 en een 10 voor resp. automatisering en boekhouden. Mijn mentor gaf me advies: niet stoppen, ga door, ga naar de HEAO want dat kan je gemakkelijk. En dan niet in Alkmaar, maar ga studeren in Amsterdam. Studeren en studentenleven dat is prachtig!

Uiteindelijk was dat een advies dat mijn leven belangrijk heeft beïnvloed. Ik ben niet meer uit Amsterdam weggegaan, was al na drie weken lid van het bestuur van een grote studentenvereniging (waar ik mijn vrouw heb ontmoet) en heb mijn doctoraal aan de VU afgerond. Soms denk ik wel eens dat mijn leven pas in Amsterdam is begonnen. Deze leraar was dus van doorslaggevende betekenis in mijn leven. En niet alleen in mijn leven...

Steeds vaker hoor ik van 'lastige' mensen dat ze een inspirerende docent hebben getroffen in het leven. Een docent of leraar die hun leven heeft veranderd.

Laten we zuinig zijn op onze leraren en onderwijzers. Ze zijn zo belangrijk! Ze kunnen levens veranderen.

donderdag 7 februari 2013

Bye Bye werkkamer: herontdek je bedrijf!

Gemeenteloket bij u thuis
Ik las vandaag een artikel in de Volkskrant over de gemeente Molenwaard. Deze gemeente heeft een zwervende burgemeester zònder eigen luxe werkkamer maar mèt iPad. De gemeente besloot bovendien geen nieuw gemeentehuis te bouwen. Geen burgerloketten, raadzalen, etc. De gemeente komt in plaats daarvan naar de burgers toe. Uw nieuwe rijbewijs wordt thuisbezorgd. De aangifte van een geboorte doe je bij de ambtenaar van de burgelijke stand die bij je op bezoek komt. Het lijkt me als gemeente-ambtenaar geweldig. Niet langer in een saai gemeentehuis met iedere dag dezelfde gezichten om je heen maar lekker het dorp in, op bezoek bij de bewoners. Naar buiten! afwisseling! Weg met efficiëntie en time management. Overigens vinden de raadsvergaderingen plaats op lokatie: in het buurthuis, de bibliotheek, etc. Wel zo handig als je over deze faciliteiten moet vergaderen.

Bevrijdende ervaring
In mijn persoonlijke werkomgeving heb ik een dergelijke, weliswaar minder vergaande, maar toch bevrijdende ervaring opgedaan. Tot een aantal maanden geleden werkte ik in een gebouw waarvan het grootste gedeelte van de kantoren leegstond. Op de etage waar waar ik werkte, waren maar enkele ruimtes in gebruik. Op sommige dagen was ik de hele dag alleen op deze etage. Het enige menselijke contact op zo'n dag verliep via mail en telefoon. Ik kreeg vaak het gevoel dood en begraven te zijn. Vaak had ik aan het einde van de dag een leeg en verloren gevoel. Daaraan kwam een einde door een toevallige samenloop van omstandigheden.

Allemaal naar de begane grond!
We besloten om de vrijwel leegstaande etalages te ontruimen. De werkplekken werden overgebracht naar de begane grond, de enige etage die nog wel redelijk bezet was. We wilden kosten besparen maar ook 
 het contact tussen de mensen verbeteren. We zouden elkaar vaker treffen bij de koffie-automaat en sneller even bij elkaar langslopen om te overleggen.

Bye Bye werkkamer
Het was gezien de beperkte ruimte niet mogelijk om iedereen een eigen kantoor en vaste werkplek te geven. Er moesten dus ook flexplekken gecreëerd worden. Op zich geen probleem omdat een flink aantal mensen niet altijd op dezelfde locatie werken. Ik werk overigens ook niet iedere dag op deze lokatie en besloot daarom, als initiatiefnemer, maar eens het goede voorbeeld te geven. Ik gaf mijn werkkamer op en maakte vanaf dat moment gebruik van een flexplek. Ik zag er wel een beetje tegen op. Ik lees en schrijf immers veel stukken en deed dat tot voor kort in alle stilte. Ik zou nu te maken krijgen met geluidsoverlast: gesprekken van collega's, radio's en telefoons.

Het is mij vanaf het eerste moment ontzettend goed bevallen. Heb ontdekt hoe ontzettend leuk het is om tussen je collega's te werken. Veel leuker dan altijd maar in je eentje op je eigen kamer. Natuurlijk, ik zoek af en toe de rust. Om te telefoneren of na te denken. Ook zijn sommige dagen zijn gevuld met vergaderingen en gesprekken. Daarvoor hebben we een aantal vergaderruimtes die we kunnen reserveren met behulp van outlook.

Ik heb nu veel meer contact met collega's. Weet sneller wat er gebeurt in het bedrijf, weet beter wat er speelt binnen afdelingen en leer mensen beter kennen. De afwisseling doet me goed. De ene dag werk ik een ochtend thuis, de volgende dag op mijn flexplek in Nieuwegein of Ede. Heb meer plezier in het werk, er wordt veel gelachen op de afdelingen. Krijg bovendien meer begrip voor de problemen waar mensen mee geconfronteerd worden. Daar kan ik dan beter op inspelen.

Ik heb geen papierenstapels meer, geen dossierkast en probeer te werken zonder vergaderstukken. Die zou ik immers allemaal mee naar huis moeten sjouwen.

Paperless?
Ik ben op dit moment druk bezig om mijn persoonlijke organisatie aan te passen aan een flexplek bestaan. Dat valt nog niet mee. Ik ben immers geen Alexander Klöpping. In de volgende blogpost meer over vallen en opstaan met apps op smartphone, MacBook en de iPad.

woensdag 16 januari 2013

'beleid en risico' of 'hoe het middel en het doel worden verwisseld'!

Risicomanagement onderwijs
Het afgelopen jaar heb ik een aantal trainingen voor bestuurders en directeuren uit het onderwijs verzorgd. In de trainingen zijn we o.m. ingegaan op risicomanagement in het onderwijs. Daarbij hanteerden we de volgende definitie voor risico's: het effect van onzekerheid op de realisatie van de doelstellingen van de organisatie.

Van visie en missie naar risicomaatregelen
Risicobeheersing start daarom bij (het opstellen van) een lijst van de doelen en doelstellingen van de organisatie. Welk doel wil de organisatie bereiken? Welke concrete doelstellingen stelt de organisatie zich daarbij?
Vervolgens kan de organisatie de mogelijke risico's inventariseren en maatregelen voor risicobeheersing  formuleren.

Zo eenvoudig als dit lijkt, blijkt de praktijk toch zeer weerbarstig. In de training vraag ik de deelnemers het (strategisch) beleidsplan van hun organisatie mee te nemen. Op basis van de inhoud van dit plan kunnen de deelnemers dan praktisch aan de slag om te komen tot risicobeheersing voor hun organisatie.

Duidelijke richting?
Allereerst is het onderscheid tussen missie, visie, strategie en doelen niet altijd duidelijk geformuleerd in de beleidsplannen. Lastig, want de mensen die het beleidsplan proberen te implementeren,weten daarmee niet wat van hen verwacht wordt. Er wordt geen richting gegeven aan de inspanningen. Daarmee wordt de realisatie van de plannen ook zeer twijfelachtig.

Verder worden doelen, doelstellingen, risico's en zelfs maatregelen door elkaar gebruikt. Zo was er een school die opbrengstgericht onderwijs als doel had gesteld.  Toen men vervolgens risico's moest bedenken, kwam men met een lijst van risico's ten aanzien van het realiseren van het opbrengstgericht werken. In het gesprek met de betreffende bestuurder stelden we vast dat opbrengstgericht onderwijs een impliciete risicomaatregel betrof. Men had hier het doel en het middel verwisseld. Het achterliggende doel van de organisatie was het verhogen van de leerprestaties. De organisatie vond het kennelijk belangrijk dat de leerprestaties zouden verbeteren. Overigens was het niet duidelijk of er nu echt een probleem was in de organisatie met de leerprestaties. Daarmee was de noodzaak tot het introduceren van opbrengstgericht onderwijs ook twijfelachtig. Het lijkt me overigens vervelend om te moeten werken aan een doel, zonder precies te weten wat daarmee beoogd wordt.
Ik adviseer  tot een logische structuur te komen in het beleidsplan. Formuleer eerst een missie (waartoe zijn we op aarde?) en een visie (hoe vullen we deze taak in?). Welke doelen willen we realiseren om als organisatie succesvol te zijn en wat willen we de komende tijd aan concrete doelstellingen bereiken? Vervolgens onderzoeken we wat het realiseren van de doelstellingen kan tegenhouden en formuleren maatregelen om te komen tot beperking van deze effecten. Dan komt er duidelijkheid omtrent wat je als organisatie wil bereiken.

In het hierboven genoemde voorbeeld:

Missie: jongeren een goede start geven in het werkzame leven
Visie: door een inspirerende omgeving leerlingen stimuleren om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen
Doel: verbeteren van de leerresultaten van de leerlingen
Doelstelling: verbeteren van het examen resultaat met xxx in 201x
Risico: leerresultaten verbeteren niet waardoor het imago van de organisatie en daarmee het aantal leerlingen terugloopt. grote financiele impact
Maatregel: introductie van opbrengstgericht werken inclusief tussentijdse beoordelingen en evaluatie