vrijdag 27 februari 2015

Wat maakt een goede schoolleider?

Reeks onderwijsdebatten in de Balie
De Balie leert: reeks onderwijsdebatten
Ook in januari was er weer een interessant onderwijsdebat in De Balie. Dit keer met het onderwerp 'wat is een goede schoolleider?' Mooi om te zien dat ook een aantal klanten van Dyade in deze aflevering van ' De Balie leert' aanwezig was. Voor geïnteresseerde schoolleiders is het programma nog terug te zien op de website van De Balie.

Een goede schoolleider leidt tot goed onderwijs
Internationaal onderzoek toont aan dat de leiding van de school van grote invloed is op de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Goed leiderschap, goede schoolbestuurders en schoolleiders zijn van doorslaggevend belang voor het verbeteren van de kwaliteit van docenten en daarmee van de prestaties van onderwijsorganisaties. De schoolleiding vormt een belangrijke factor in het realiseren van onderwijsteams die optimaal presteren. De leiding selecteert en ondersteunt onderwijsprofessionals en onderwijsteams en creëert de randvoorwaarden voor het onderwijsproces. Dat is een belangrijke drijfveer voor Dyade. Als Dyade de schoolbestuurder en de schoolleider optimaal ondersteunt, draagt ze indirect bij aan de kwaliteit van onderwijs.

Wat is een goede schoolleider?
Uiteraard is dan wel de vraag: wat is goed leiderschap binnen een schoolorganisatie? In een uitverkochte Balie gingen docenten, schoolleiders en anderen daar met elkaar over in debat. Zoals dat hoort in een goed debat liepen de meningen flink uiteen, maar er was een rode draad te vinden in de mening over de goede schoolleider:

Onderwijskundige visie
Allereerst moet de schoolleider een visie op onderwijs hebben en de koers uitzetten voor het team. De schoolleider moet dus een heldere visie op leren hebben, op de ontwikkeling van kinderen en op werkvormen waarin leerlingen kunnen samenwerken. De goede schoolleider creëert waarin docenten samenwerken en samen leren en faciliteert het gesprek over goed onderwijs. Sommige deelnemers aan het debat stelden dat dit niet mogelijk is als je niet zelf voor de klas hebt gestaan. Alleen een expert in het vakgebied kan leiding geven aan onderwijsprofessionals.

Hitteschild
De schoolleider moet ook fungeren als hitteschild. Hij of zij moet voor het team staan en het team zo veel mogelijk afschermen van niet-productieve inmenging van buiten,  zonder dat de angst gaat regeren, zonder dat de schoolleider de regeltjes doordrukt naar het docententeam. Hij of zij gaat slim om met de druk van buiten en beperkt deze tot hetgeen strikt noodzakelijk is, opdat de docenten in het team er zo weinig mogelijk last van hebben.

Leiderschap
De goede schoolleider overziet het hele plaatje en bepaalt daarop de koers van het team, staat open  voor initiatieven van leraren en inspireert het team, zorgt dat iedereen zijn persoonlijk leiderschap ontwikkelt zodat de schoolleider steeds meer overbodig wordt. Een goede schoolleider zorgt voor persoonlijke ontwikkeling en als deze niet effectief is, is hij of zij moedig genoeg om daar consequenties aan te verbinden. Een goede schoolleider heeft een neus  voor kwaliteit en verzamelt deze om zich heen, en is ook voldoende stevig om tegenspraak te organiseren. Een goede schoolleider communiceert met de mensen binnen en buiten de school en geeft vertrouwen aan het team: fouten maken mag, zolang je er maar van leert.

Wat heeft een goede schoolleider nodig?
Een schoolleider kan dit alleen als er voldoende vertrouwen en ruimte is om verantwoordelijkheid te nemen. Er moet voldoende regelruimte zijn. Het werken vanuit een verzameling gezamenlijke waarden helpt de schoolleider om duidelijk te maken waar de school en het team voor staan.

Zoals een van de sprekers kernachtig samenvatte: een goede schoolleider heeft visie, moed, focus en doorzettingsvermogen.

Holistisch systeem
Het debat heeft voor mij duidelijk gemaakt dat een goede schoolleider volgens het onderwijsveld aan veel eisen moet voldoen. Het maakt voor mij duidelijk dat de permanente educatie van schoolleiders onontbeerlijk is en dat ook schoolleiders samen kunnen leren en samen het gesprek kunnen aangaan over goed onderwijs en persoonlijk leiderschap. Wat voor leerlingen geldt, geldt ook voor Schoolleiders en docenten.


vrijdag 20 februari 2015

Kritische vriend van de bestuurder

Onderwijsbestuurders bekleden een functie waarin buitengewoon veel van hen wordt gevraagd, vooral in kleine en middelgrote instellingen. Je moet als bestuurder van heel veel onderwerpen verstand hebben, omdat er geen specialisten aanwezig zijn. Een bestuurder van een dergelijke instelling kan het inspectiebezoek niet overlaten aan een collega, of het maken van een bestuursformatieplan delegeren aan een HRM-directeur zoals in de grotere onderwijsinstellingen. Een meerjarenbegroting komt ook vaak neer op de schouders van de bestuurders.Eigenlijk is een bestuurder van een dergelijke instelling vaak gewoon ondernemer.

In de jaren dat ik ondernemer en eigenaar was van een klein opleidingsinstituut, moest ik ook veel zelf doen. Dat is natuurlijk heel afwisselend en dynamisch, er is geen dag hetzelfde. Dat is een groot voordeel ten opzichte van een specialistenfunctie waar werkzaamheden zich vaak herhalen. Toch brengt een dergelijke positie ook onzekerheid met zich mee: ‘It’s lonely at the top’. Je vraagt je soms af of je overal aan hebt gedacht: ‘Heb ik nu echt alle veranderingen in beeld? Mis ik geen belangrijke risico’s? Wat zit er in mijn dode hoek?’.

In mijn ondernemerstijd voerde ik iedere maand een gesprek met Kasper, iemand uit de vriendenkring van de familie en werkzaam als zelfstandig accountant. Kasper kwam één keer per maand langs, meestal aan het einde van de dag. Hij controleerde de cijfers, overlegde met mijn secretaresse die de boekhouding deed en daarna bespraken we in een uur de relevante ontwikkelingen in mijn onderneming: de laatste winstcijfers, de ontwikkelingen op fiscaal gebied, de productiecijfers, etc. Ik vertelde Kasper ook over mijn plannen en hij stelde mij daar ‘lastige’ vragen over. Hij hield me scherp zodat mijn bedrijfsvoering op rolletjes liep. Ik noemde Kasper mijn ‘kritische vriend’.

Ik gun iedere bestuurder in het onderwijs een dergelijke kritische vriend. Iemand die regelmatig langskomt om de actuele situatie van de instelling door te spreken, om samen vast te stellen wat er goed gaat en wat er niet goed gaat. Iemand die ontwikkelingen signaleert binnen én buiten de organisatie. Geen meedenker, maar een tegendenker die kritische vragen stelt en blijft doorvragen als er geen afdoende antwoord komt. Iemand die je scherp houdt en de blinde vlekken benoemt. Een vriend die bovendien in oplossingen denkt en de oplossingen mede mogelijk maakt. Omdat die vriend een uitgebreid netwerk heeft. Een netwerk van organisaties en deskundigen die hebben bewezen goede kwaliteit te leveren. Kijk dat zijn vrienden voor het leven.