vrijdag 20 februari 2015

Kritische vriend van de bestuurder

Onderwijsbestuurders bekleden een functie waarin buitengewoon veel van hen wordt gevraagd, vooral in kleine en middelgrote instellingen. Je moet als bestuurder van heel veel onderwerpen verstand hebben, omdat er geen specialisten aanwezig zijn. Een bestuurder van een dergelijke instelling kan het inspectiebezoek niet overlaten aan een collega, of het maken van een bestuursformatieplan delegeren aan een HRM-directeur zoals in de grotere onderwijsinstellingen. Een meerjarenbegroting komt ook vaak neer op de schouders van de bestuurders.Eigenlijk is een bestuurder van een dergelijke instelling vaak gewoon ondernemer.

In de jaren dat ik ondernemer en eigenaar was van een klein opleidingsinstituut, moest ik ook veel zelf doen. Dat is natuurlijk heel afwisselend en dynamisch, er is geen dag hetzelfde. Dat is een groot voordeel ten opzichte van een specialistenfunctie waar werkzaamheden zich vaak herhalen. Toch brengt een dergelijke positie ook onzekerheid met zich mee: ‘It’s lonely at the top’. Je vraagt je soms af of je overal aan hebt gedacht: ‘Heb ik nu echt alle veranderingen in beeld? Mis ik geen belangrijke risico’s? Wat zit er in mijn dode hoek?’.

In mijn ondernemerstijd voerde ik iedere maand een gesprek met Kasper, iemand uit de vriendenkring van de familie en werkzaam als zelfstandig accountant. Kasper kwam één keer per maand langs, meestal aan het einde van de dag. Hij controleerde de cijfers, overlegde met mijn secretaresse die de boekhouding deed en daarna bespraken we in een uur de relevante ontwikkelingen in mijn onderneming: de laatste winstcijfers, de ontwikkelingen op fiscaal gebied, de productiecijfers, etc. Ik vertelde Kasper ook over mijn plannen en hij stelde mij daar ‘lastige’ vragen over. Hij hield me scherp zodat mijn bedrijfsvoering op rolletjes liep. Ik noemde Kasper mijn ‘kritische vriend’.

Ik gun iedere bestuurder in het onderwijs een dergelijke kritische vriend. Iemand die regelmatig langskomt om de actuele situatie van de instelling door te spreken, om samen vast te stellen wat er goed gaat en wat er niet goed gaat. Iemand die ontwikkelingen signaleert binnen én buiten de organisatie. Geen meedenker, maar een tegendenker die kritische vragen stelt en blijft doorvragen als er geen afdoende antwoord komt. Iemand die je scherp houdt en de blinde vlekken benoemt. Een vriend die bovendien in oplossingen denkt en de oplossingen mede mogelijk maakt. Omdat die vriend een uitgebreid netwerk heeft. Een netwerk van organisaties en deskundigen die hebben bewezen goede kwaliteit te leveren. Kijk dat zijn vrienden voor het leven.


Geen opmerkingen: